In dit blog geef ik je 3 eenvoudige tips om je ademsteun te trainen. Waarom? Omdat tijdens de zanglessen en cursussen die ik geef blijkt dat veel mensen moeite hebben om ademsteun te gebruiken tijdens het zingen. Misschien jij ook wel?
Oké, het principe begrijp je wel: je wilt zo lang mogelijk doen met je adem terwijl je zingt, dus je moet deze op een of andere manier controleren. En DE manier om dit te doen is door het toepassen van ademsteun. Wanneer je dit blog lees en nog geen idee hebt van wat ademsteun is en hoe je het gebruikt, lees dan eerst even dit verhaal.
Dus, in theorie weet je hoe het moet, maar nu nog de praktijk!
Ga nu aan de slag met de tips
Voor sommige mensen is het lastig om de spieren te voelen en te activeren die je nodig hebt om je uitademing onder controle te houden. In de cursus Zingen met Gemak leg ik je precies uit om welke spiergroepen het gaat. De onderste buikspieren, je rugspieren (Lattisimus Dorsi) en je lendespieren (Quadratum Lumborum) maar met onderstaande oefeningen krijg je ook al een goed idee over hoe die spieren werken.
- 1Pak een ballon (of doe net alsof) en blaas deze zo snel op als je kunt. Voel wat er gebeurt in je lijf. Als het goed is spannen je buikspieren en rugspieren zich aan. Blaas de ballon nog een keer op, maar doe het nu super langzaam. Voel hoe het aanspannen van je spieren nu een stuk langzamer gaat. Je verdeelt de uitademing over een langere tijd. En dat is nu precies de bedoeling als je zingt!
- 2Pak een rietje en probeer zo zacht mogelijk door de opening te blazen. Ook nu voel je als het goed is je spieren aanspannen.
- 3Zing een simpele zin waar je de melodie en de tekst van kunt dromen. Begin een comfortabele toonhoogte (dus niet te moeilijk) en concentreer je op het zo weinig mogelijk lucht weggeven. Net als je deed bij de oefeningen hierboven. Zing dus net alsof je de lucht door een rietje moet sturen waarbij de lucht zo langzaam mogelijk naar buiten komt. Voel wat er gebeurt met de ademsteunspieren. Zijn ze actief? Zo niet, help ze een handje door ze bewust, maar langzaam aan te spannen. Let er op dat er ALTIJD een beweging moet zijn bij het aanspannen.
Wanneer je voelt dat de ademsteun werkt en dat je deze kunt beïnvloeden, pas dit dan toe in een heel lied. Kies opnieuw een nummer dat je goed kent, zodat je niet op meerdere dingen tegelijk hoeft te focussen.
Een goede ademsteun toepassen is een kwestie van veel oefenen en geduld! Baby steps dus, maar uiteindelijk met een groot resultaat: beter en makkelijker zingen!
Ga je ermee aan de slag? Leuk! Laat je me hieronder weten hoe het is gegaan en of het je verder helpt?